Sinterklaas
Een vader begint tegen zijn zoon over Sinterklaas. Waarop zijn zoon antwoordt:
“Ach, schei toch uit met je Sinterklaas. Ik heb alles gevonden in de kelder, het kostuum, de baard en die staf. Ik geloof allang niet meer in Sinterklaas. En,” zegt hij, “nou we toch kerels onder elkaar zijn, met die ooievaar kan je ook wel inpakken.”
Antwoordt zijn vader: “O ja, weet je dan hoe het wel gaat?”
“Ja,” zegt hij, “kinderen worden geboren en ik zal net zo lang zoeken tot ik die boor ook gevonden heb.”