Op scheppen
Drie jongens zitten aan tafel op te scheppen over hun vaders.
“Mijn vader is rechter en iedereen moet hem aanspreken met Uwe Excellentie.”
“Dat is nog niets, mijn vader is koning en iedereen moet hem aanspreken
met Uwe Majesteit.”
“Mijn vader weegt 150 kilo en als de mensen mijn vader zien, zeggen ze:
Oh Grote God.”