Goochelaar
Een goochelaar zat op een cruiseschip en deed allerlei trucjes. Jante keek toe met arendsogen en doorzag iedere truc van de goochelaar, hij zei dan ook steeds hoe de truc in elkaar stak, het ging ongeveer zo: “De kaart zit in je broekzak!” of “Dat konijn kwam uit die doos!” … Die goochelaar was het na een tijdje helemaal zat dat Jantje de hele tijd zei hoe zijn trucs in elkaar zaten, dus stopte hij maar mee. De dag erop verging het schip en alleen de goochelaar en Jantje konden zich redden door te dobberen op een stuk drijvend hout. Na een uur of 3 uur zei Jantje: “Ok, ik geef het op, waar heb je het schip gelaten?”