Opscheppen
Op de speelplaats wordt opgeschept.
‘Wij zijn met drie kinderen thuis en ieder heeft zijn eigen bed…’
‘Wij zijn met vier kinderen, en elk heeft zijn eigen kamer…’
‘En wij zijn met vijven, en ieder heeft zijn eigen papa…’
Op de speelplaats wordt opgeschept.
‘Wij zijn met drie kinderen thuis en ieder heeft zijn eigen bed…’
‘Wij zijn met vier kinderen, en elk heeft zijn eigen kamer…’
‘En wij zijn met vijven, en ieder heeft zijn eigen papa…’