Aan de hemelpoort
Er komt een prostituee bij de hemelpoort.
Petrus vraagt wat ze vroeger geweest is.
De vrouw bekent dat ze prostituee is geweest.
‘Dan mag je hier niet naar binnen, ‘ zegt Petrus, ‘ga daar maar even op het bankje zitten.’
De vrouw gaat op het bankje zitten huilen.
Komt er een oud baasje bij de hemelpoort met een enorme zak op zijn rug.
Hij loopt naar het huilende vrouwtje op het bankje, en vraagt wat er aan scheelt.
Ze legt uit: ‘Ik ben vroeger prostituee geweest, en nu mag ik niet naar binnen.’
‘Is dat het ?’ , zegt de man. ‘Ik ben kleermaker geweest. Weet je wat ?
Ik heb een zak met oude kleren op mijn rug.
We gooien de kleren eruit en jij gaat in die zak zitten.
Dan smokkel ik jou de hemel in !’
Zo gezegd, zo gedaan.
De kleermaker loopt naar de hemelpoort, en Petrus vraagt de man wat hij vroeger geweest is.
‘Ik ben kleermaker geweest,’ zegt de man.
‘Dan mag je naar binnen,’ zegt Petrus.
Als de man voorbij loopt, vraagt Petrus : ‘Maar wat zit er in die zak?’
Zegt de kleermaker: ‘O, een oude naaimachine!
˜OK, loop maar door!