De Helena's - Dans & Showorkest

LATEST NEWS

Vissen

Vier getrouwde mannen gaan vissen. Ze zitten gezellig in de boot, en klagen erover dat het toch zo moeilijk is om van hun vrouw te mogen gaan vissen. De eerste man zegt: “Ach, het is elke keer moeilijker. Deze keer moest ik mijn vrouw beloven dat ik volgend weekend maar liefst alle kamers in het huis zal schilderen. De tweede man zegt: “Dat is nog niets, ik moest mijn vrouw beloven dat ik de put zou graven voor de aanleg van een zwembad…” De derde man zegt: “Jullie zijn er echt nog alle twee goedkoop vanaf gekomen! Ik moest mijn vrouw beloven dat ik een keuken zou maken voor haar vol met speciale kasten, op maat gemaakt..” De mannen gaan verder met vissen, tot hun frank valt: De vierde man heeft nog niets gezegd. “Wat heb jij dan moeten doen om vandaag met ons te mogen komen vissen?” De vierde man antwoordt: “Jullie zijn toch niet echt snugger hoor. Ik heb niets moeten beloven. Gewoon slim zijn…” “Hoe dat zo?” willen de andere 3 weten. “Wel, ik heb gewoon de wekker gezet op 04.30 uur. Toen die afliep, drukte ik het alarm uit, ik gaf mijn vrouw een knuffel en zei: “Vissen, of sex?” en zij zei:

“Doe een warme trui aan..”

Normaal

Deze week de band Normaal op onze site vanwege het feit dat het bijna 50 jaar geleden is dat ze 50 jaar geleden de eerste plaat hebben uitgebracht. In feite bestaan ze al bijna 52 jaar omdat de band in 1973 is begonnen met repeteren.

Japans

Een japanner en een Hollander zitten in een café te praten over cultuur verschillen. Op een gegeven moment geeft die japanner die Nederlander een keiharde klap in zijn nek. Na een minuutje of vijf staat die weer en vraagt wat dit in godsnaam moet voorstellen. “Dat is karate” zegt de japanner, “dat komt uit Japan”!! Boos gaat de Hollander weer zitten aan de bar. Een tijdje later geeft die Japanner hem een enorme heupzwaai. Kreunend en nu nog bozer staat de man weer op en vraagt wat dit dan wel niet moet voorstellen? “Dat is Judo, komt uit Japan”. De Hollander heeft het nu behoorlijk gehad en loopt naar buiten. Een tijdje later komt hij terug met een ijzeren voorwerp in zijn hand. Hij ziet de Japanner nog aan de bar zitten en geeft hem een enorme ros met het voorwerp. Na een half uurtje komt de Japanner weer een beetje bij en ziet de Nederlander staan.

“Dat was de krik uit mijn Toyota” zegt hij… “komt ook uit Japan”

De Helena’s

Volgende week van 8 tot 10 November is weer de Koale Karmis in Ootmarsum. De Helena’s hebben van 1970 tot 1976 tijdens de kermis gespeeld bij Café Restaurant “De Rozenstruik”. Graag denken wij nog steeds terug aan die tijd.  Op de foto achter vlnr. Roland Urban, Frans Schulten, Truus Bekke – Braakhuis en voor vlnr. Benny Lenferink en Frans Heerink.

 

Pas op voor de hond

Een man moet van zijn vrouw boodschappen doen. Met enige tegenzin gaat van huis en loopt naar de dorpswinkel. Op de deur hangt een bordje met de waarschuwing: “Pas op voor de hond!”. Binnen ziet hij naast de toonbank een stokoude hond liggen die in diepe slaap is.

“Is dit de hond waar de mensen voor moeten oppassen?”, vraagt hij aan de winkelier. “Het beest ziet er niet erg gevaarlijk uit, waarom die waarschuwing?”. “Omdat de klanten telkens over hem struikelden!”

The Walkers

The Walkers was een Nederlandse muziekgroep uit Maastricht. De genres, bezetting en zelfs de bandnaam veranderden door de jaren heen.

De groep ontstond in 1963 uit de Mosam Skiffle Group. Door de combinatie van popmuziek en skiffle, voorzien van zang van Jean Innemee, had de groep een geheel eigen geluid. Het nummer There’s No More Corn on the Brasos bereikte hoge plaatsen op hitlijsten over de hele wereld. Met de komst van René Innemee in 1973 veranderde de stijl van de band in de richting country. De groep bleef echter succesvol. The Walkers kwam op voorspraak van geluidstechnicus en producer Fred Limpens bij Telstar terecht. Het zou de eerste band zijn die Engelstalige muziek opnam in het muziekhuis van Johnny Hoes.

Muzikanten van The Walkers wonnen in 1977 samen met die van The Classics en Rainbow het eerste Limburgs Vastelaovesleedjes Konkoer. Het winnende liedje Vaan Eysde tot de Mookerhei is sindsdien een carnavalshit gebleven.

In 1980 wijzigde The Walkers de bandnaam in The Press. The Press bestond uit René Innemee, Michel en Walter Nita, John Coenen, Floor Minnaert (toetsen, fluit, saxofoon) en Willy Bronzwaer (drums). De eerste single van The Press, I’m gonna shoot the D.J., werd meteen een hit. In een gewijzigde bezetting ging de band als The Press verder. In 1984 richtten enkele leden de groep Pepperbox op, namen twee singles op onder de naam Dance Dance en hanteerden na korte tijd toch weer de naam The Walkers, ditmaal tot 1989.

Onderstaande personen hebben in The Walkers gespeeld met de jaartallen wanneer begonnen en gestopt

Walkers, The Maastricht Maddy Bleize Accordeon / Drum / Zang 1963 1977
Walkers, The Maastricht Math Vrijens Gitaar / Zang 1963 1967
Walkers, The Maastricht Fred Limpens Gitaar / Trompet / Zang 1963 1967
Walkers, The Maastricht Pie Limpens Sax 1963 1967
Walkers, The Maastricht Jean Innemee Bas / Mondharmonica / Zang 1963 1975
Walkers, The Maastricht Leo Steinbusch Gitaar / Zang 1967 1989
Walkers, The Maastricht Hammy Lipsch Sax 1967 1968
Walkers, The Maastricht Adrie Coenen Gitaar / Zang 1967 1972
Walkers, The Maastricht Conny Peters Sax 1968 1978
Walkers, The Maastricht René Innemee Gitaar Zang 1972 1989
Walkers, The Maastricht John Coenen Bas / Zang 1975 1989
Walkers, The Maastricht Michel Nita Multi instrumentalist 1976 1989
Walkers, The Maastricht Jan Franssen Drum 1977 1979
Walkers, The Maastricht Floor Minnaert Sax 1978 1989

Bron:  (Gedeeltelijk)Wikipedia

Taxi

Ik was laatst in Marokko en zag een taxi met daarop de tekst:

“Nederlands sprekende taxichauffeur”

Ik dacht bij mezelf “Wat een fantastisch idee zeg!

Waarom hebben we die eigenlijk niet in België en Nederland !

Een automonteur komt van de dokter vandaan en denkt: “Dat kan ik ook.”  De monteur begint zijn eigen dokterspraktijk. Hij maakt reclame met: “Als ik je probleem kan oplossen kost het je 500 euro. Als ik geen oplossing voor je heb krijg je van mij 1000 euro.” Een advocaat ziet de advertentie en denkt dat hij daar gemakkelijk geld mee kan verdienen. Hij gaat naar de praktijk toe van de monteur. “Ik ben mijn smaak kwijt”, zegt de advocaat. “Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.” Hij loopt naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een potje waar benzine in zit. Hij giet het goedje in de mond van de advocaat. Terwijl hij het uitspuugt zegt de advocaat: “Gadver, dat is benzine. Wat doe je?!”  “Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw smaak terug. Dat is dan 500 euro.”  De advocaat betaald en loopt boos weg. De volgende dag, nog steeds verontwaardigd over zijn vorige bezoek bedenkt de advocaat een nieuw probleem en gaat opnieuw naar de dokterspraktijk van de monteur. De advocaat zegt: “Ik denk dat ik mijn geheugen kwijt ben. Ik kan me niets meer herinneren.”  “Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.” Hij loopt weer naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een drankje. “Nee, niet die, dat is benzine!” zeg de advocaat.  “Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw geheugen terug. Dat is dan 500 euro.” De advocaat betaald en loopt nog bozer weg. De derde dag gaat de advocaat een laatste poging doen om die 1000 euro te verdienen. Hij bedenkt een weer een probleem en gaat naar de praktijk toe. “Dokter”, zeg de advocaat, “ik kan bijna niets meer zien. Mijn zich gaat enorm achteruit.” De monteur denkt eens goed na en na een tijdje zegt hij:  “Nee sorry, daar heb ik geen oplossing voor.” De monteur reikt naar zijn portemonnee. Hij overhandigt het geld en zegt: “Hier heeft u uw 1000 euro.” Terwijl hij in werkelijkheid een briefje van 200 euro overhandigd.  “Heee!” zegt de advocaat, “dit is maar 200 euro.”

De monteur zegt: “U heeft uw zicht terug, wat geweldig. Dat wordt dan 500 euro.”

Roy Orbison

Roy Kelton Orbison (Vernon, Texas, 23 april 1936 – Nashville, Tennessee, 6 december 1988) was een Amerikaanse country- en rockzanger. Hij staat sinds 1987 in de Rock and Roll Hall of Fame en de Nashville Songwriters Hall of Fame. In 1989 werd hij opgenomen in de Songwriters Hall of Fame. In 2006 kreeg Orbison postuum een ster op de Music City Walk of Fame en in 2010 op de Hollywood Walk of Fame. In 2014 werd Orbison opgenomen in de Musicians Hall of Fame.

Roy Orbison begon zijn carrière in 1956 bij het platenlabel Sun Records dat geleid werd door Sam Phillips en waar ook Elvis Presley, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis en Carl Perkins onder contract stonden of hebben gestaan. Met het nummer Ooby Dooby waarvan er zo’n 500.000 stuks werden verkocht en dat tot nummer 56 op de Billboard Top 100 kwam, scoorde hij zijn enige hit voor Sun. In de periode dat hij voor het platenlabel actief was, wist hij al dat zijn hart bij het zingen van ballads lag. Sam Phillips, de eigenaar van Sun Records, wilde echter dat Orbison uptempo songs opnam, dit zeer tegen de zin van Orbison. Toen Orbison een grote hit schreef voor The Everly Brothers (Claudette), zag hij zijn kans schoon en kocht zijn platencontract bij Sun Records af om zodoende ergens anders zijn geluk te kunnen beproeven.

Orbison kwam terecht bij het platenlabel RCA waar Elvis Presley vele hits opnam. Orbison bleef echter niet lang. Na een aantal nummers op plaat te hebben gezet verliet hij in 1959 het label en kwam terecht bij Monument Records dat onder leiding stond van Fred Foster.

Orbisons eerste single, Up Town, was een bescheiden succes en bereikte plaats 72 in de Billboard Top 100. De opvolger werd uitgebracht in 1960 en maakte van Roy Orbison een wereldster. Van Only the Lonely gingen ruim twee miljoen exemplaren over de toonbank en met dit nummer creëerde Orbison iets dat nog nooit eerder in de rock-‘n-roll was gehoord: de dramatische rockballad. Tussen 1960 en 1965 produceerde Orbison klassiekers als Running ScaredCryingBlue AngelFallingBlue BayouIt’s OverIn Dreams en Oh, pretty woman. Vaak rustig beginnend, bouwde Orbison langzaam naar een climax toe die zowel in de arrangementen als in de stem en teksten van Orbison tot uitdrukking werd gebracht. De stem van Orbison en de composities van zijn songs zouden hem de status van legende bezorgen. Er was echter nog een element dat de muziek van Orbison uniek maakte: hij had ook het talent om liedjes op een totaal vernieuwende manier te schrijven. Het was in de beginjaren zestig de gewoonte om een song volgens een vast patroon te schrijven (A,B,C,B,D,B). Orbison schreef echter bijvoorbeeld in schema’s als A,B,C,D…Z. Er kwam in het hele liedje dus geen enkele herhaling van zinnen voor. Het vroegste voorbeeld hiervan is de song Wedding Day uit 1961, maar In Dreams en Falling uit 1963 zijn de bekendste voorbeelden. Running Scared uit 1961 was een song die ook afweek van wat gewoon was op dit gebied doordat het refrein aan het einde van het lied zat in plaats van in het midden. Toen het contract bij Monument Records in 1965 afliep was Orbison een wereldster met platenverkopen die de 30 miljoen hadden overschreden.

Orbison tekende voor het MGM-label, dat bereid was om hem het tot dan hoogste bedrag ooit (1 miljoen dollar contant) voor een platenartiest te betalen. Verder kreeg hij de kans om in films te acteren. MGM bedong echter dat er per jaar 30 songs en 1 album geproduceerd moesten worden. Daarmee kwam de nadruk te liggen op de kwantiteit in plaats van op de kwaliteit van de songs, dit in tegenstelling tot wat bij Monument Records gebruikelijk was. De eerste single op het MGM-label is de top 20-hit Ride Away. Het zou zijn grootste hit voor MGM zijn. In 1966 haalde hij met Cry Softly Lonely One (top 52) zijn laatste hitnotering in Amerika. In Engeland had hij meer hits, met als hoogste notering Too Soon To Know dat in 1966 de top 3 haalde. Penny Arcade is in 1969 zijn laatste notering in Engeland. Het opkomen van de Beatles en andere Britse bands (The British Invasion) en de daarmee veranderende smaak bij het platenkopend publiek zorgde ervoor dat de aanwezigheid van Orbison in de hitlijsten minder werd. Verder vonden er grote tragedies in zijn privéleven plaats. Zijn vrouw Claudette kwam in 1966 om het leven bij een motorongeluk en twee van zijn drie zoons vonden in 1968 de dood bij een brand in zijn landhuis. De carrière van Orbison kwam in een diep dal terecht. De hits bleven uit en het (grote) publiek leek hem vergeten te zijn. Zijn concerten in Engeland werden nog wel goed bezocht, omdat de fans hem trouw bleven, maar in zijn thuisland Amerika bleek dat volkomen anders. Daar trad hij met regelmaat op voor een klein publiek.

In 1973 werd zijn contract bij MGM ontbonden. Een jaar later tekende hij bij Mercury Records en nam daar het album I’m Still In Love With You op. Niet alleen is dit album onder de artistieke maat vergeleken bij zijn vroegere werk, muzikaal gezien verraste Orbison de luisteraar niet meer met de vocale hoogstandjes die hem zijn bijnaam “The Big O” hebben opgeleverd. In 1977 tekende Orbison opnieuw bij Monument Records en nam het album Regeneration op. Dit album is beter dan het voorgaande, maar kon ook niet de vergelijking doorstaan met zijn vroegere werk. Een tweede album is afgemaakt (nooit uitgebracht) toen Orbison hartklachten kreeg, nadat hij optrad in een show ter nagedachtenis aan Elvis Presley, die kort daarvoor overleed. Hij onderging een hartoperatie en kreeg 3 bypasses.

Kort daarna verliet Orbison Monument Records. In 1979 tekende hij bij Aslyum Records en bracht daar het album Laminar Flow uit. Het album bevatte matige discoachtige liedjes met uitzondering van Poor Baby en Hounddog Man. Ondertussen is er achter de schermen iets op gang gekomen, want Orbison was dan wel niet meer een succesvol platenartiest, zijn werk uit de jaren zestig heeft echter wel zijn sporen nagelaten bij jongere collega’s. Linda Ronstadt nam Blue Bayou op (1977), Don McLean Crying (1980) en Van Halen Oh, pretty woman (1981) en allen scoorden zij daarmee grote hits. Zelf scoorde Orbison samen met Emmylou Harris in 1980 eindelijk weer een hit met That Loving You Feeling Again. Het leverde hem zijn eerste Grammy Award op.

Vanaf die tijd begon Orbison aan een comeback te werken en kwam hij meer en meer in de spotlights te staan. Zo stond hij in het begin van de jaren tachtig in het voorprogramma van de Eagles en liet zich daardoor aan een groter en jonger publiek zien. In 1983 verscheen hij op televisie door een concert te geven getiteld Roy Orbison live in Austin City Limits Texas. In 1985 trad hij op bij Farm Aid en bracht hij een nieuwe single uit, Wild Hearts. Het is een ballad die een ouderwets goede Orbison laat horen. Het grote publiek merkte deze song echter niet op. Ook maakte hij dat jaar een album met zijn oude Sunmaatjes Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash. Het album heette The Class of ’55. In 1986 werd het nummer In Dreams gebruikt in de cultfilm Blue Velvet, geregisseerd door David Lynch. Hierdoor kwam Orbison onder de aandacht van een jong publiek. Velen wilden weten wie de zanger van In Dreams is en ontdekten daardoor de muziek die Orbison tot dan gemaakt had. In 1987 nam Orbison samen met k.d. lang Crying opnieuw op als een duet. Het nummer werd in Amerika een hit en het leverde hem opnieuw een Grammy Award op. In hetzelfde jaar werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame dat een jaar eerder in het leven was geroepen. Daarmee werd de status van Roy Orbison als belangrijke pionier en vernieuwer van de rock-‘n-roll officieel bevestigd en erkend door de muziekindustrie. In datzelfde jaar nam hij een televisiespecial op waarvan de zwart-wit video Roy Orbison and Friends, A Black and White Night uitkwam. In deze show bracht Orbison al zijn grote hits, inclusief twee nummers van zijn dan nog nieuw uit te komen album, ten gehore. Hij werd omringd door gastmuzikanten als Bruce Springsteen, Elvis Costello, Bonnie Raitt, Tom Waits, Jennifer Warnes, k.d. lang, Jackson Browne, J.D. Souther en James Burton (ex-gitarist van Elvis Presley). De laatste twee genoemden zijn in duet in de clip. Orbison kwam eindelijk terug aan de top en maakte dat nog eens duidelijk door in 1988 deel uit te maken van de supergroep The Traveling Wilburys, waarvan ook Bob Dylan, George Harrison, Jeff Lynne en Tom Petty deel uitmaakten. Het debuutalbum heette Traveling Wilburys Vol. 1, waarvan wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht werden. Orbison stierf op 6 december 1988 plotseling als gevolg van een hartstilstand bij zijn moeder thuis in Hendersonville, een voorstadje van Nashville. Orbison was in voorbereiding op een wereldtournee. Zijn stoffelijk overschot werd begraven in een anoniem graf op de Westwood Village Memorial Park Cemetery in Los Angeles.

Zijn nieuwe album werd in januari 1989 postuum uitgebracht onder het Virginlabel. De single You Got It werd een wereldwijde hit. De enige keer dat Orbison You Got It voor een publiek zong was drie weken voor zijn dood op het Diamond Awards Festival in het Sportpaleis in Antwerpen, waar hij een Diamond Award kreeg, omdat hij 25 jaar tot de “top of the bill” behoorde. De opnames van dat optreden werden gebruikt voor de videoclip van You Got It. De tweede single, She’s a mystery to me werd ook een hit. Dit nummer werd voor Orbison geschreven door Bono en Edge van U2. In 1992, vier jaar na zijn dood, werd het nummer I Drove All Night een hit in Engeland en bereikte daar de 7e plaats. De opvolger Crying (duet met k.d. lang) haalde in datzelfde jaar de 13e positie. Roy Orbison was, in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, helemaal terug aan de top toen hij stierf en keek vooruit naar nieuwe dingen en niet terug op oude vergane glorie. Vandaag de dag wordt hij door velen in de muziek business erkend als een van de grootste artiesten die de rock-‘n-roll heeft voortgebracht. Zijn platen blijven goed verkopen en zijn in aantal de 100 miljoen ruim gepasseerd. Hij is voorbeeld en inspiratie voor vele artiesten en dat voor iemand tegen wie producer Jack Clement (Sun Records) ooit zei; “Roy, you’re never gonna make it as a ballad singer“.

Bron: Wikipedia