De Juf voor de klas
iedereen steekt zijn vinger op behalve jantje.
‘waarom jij niet?’ vraagt de juf aan jantje.
‘nou, ik had beloofd dat ik na school direct naar huis zou gaan’
Elke vrijdagavond ontvangt een café-eigenaar het doofstomme vrijgezellenclubje. Als hij op vrijdagochtend ziek blijkt te zijn, belt hij zijn broer op: “Zeg Jan, ik ben ziek. Maar vanavond komt dat doofstomme vrijgezellenclubje, en dat zijn goeie vaste klanten. Dus ik kan het niet maken om het café gesloten te houden. Zou jij vanavond voor mij willen invallen?” Zijn broer vindt het niet erg om in te vallen. Hij gaat van tevoren nog even langs bij Kees om instructies te krijgen. “Het is helemaal niet moeilijk,” zegt Kees, “die jongens drinken de hele avond alleen maar bier en borrels. Als ze een vinger opsteken, dan willen ze bier, en als ze twee vingers opsteken dan willen ze een borrel. Dat is alles.” Die avond gooit Jan het café open, en daar komt de doofstomme club. Jan neemt de bestellingen op: bier, borrel, bier, bier, borrel… Alles gaat goed. Maar plotseling beginnen de doofstommen allemaal met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Jan weet niet goed wat hij moet doen. Hij gooit 50 frikandellen in de frituur, en serveert daarna broodjes frikandel uit. De doofstommen beginnen te eten, drinken nog wat, en even later beginnen ze weer met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ten einde raad belt Jan zijn broer op: “Zeg Kees, in het begin ging het goed, maar nou beginnen ze steeds met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ik snap echt niet wat ze willen.” “O sorry,” zegt Kees, “dat ben ik vergeten te zeggen: dan zitten ze het clublied te zingen.”
Een Nederlands-Canadese zakenman gaat een bank in Toronto binnen en vraagt om een gesprek met iemand van de kredietenafdeling. De zakenman vertelt dat hij twee weken naar Nederland gaat voor zaken en dat hij een lening nodig heeft van $5,000. De bankmedewerker zegt dat dat zeker kan, maar dat de bank voor een dergelijke lening aan een nieuwe klant wel een onderpand nodig heeft. “Dat is begrijpelijk,” zegt de zakenman en hij overhandigt de sleutels van zijn gloednieuwe Lamborghini sportwagen die voor het bankgebouw geparkeerd staat. Hij geeft de bankmedewerker ook de autopapieren en na controle blijkt alles in orde te zijn. De bankmedewerker accepteert de auto als onderpand voor de lening en rijdt hem voorzichtig de beveiligde ondergrondse parkeergarage van de bank in. De zakenman krijgt zijn lening en vertrekt naar Nederland. De medewerker vertelt de bankdirecteur van het gebeurde en samen lachen ze nog even hartelijk om de stupiditeit van de zakenman, om een auto die zeker $250.000 waard is te gebruiken als onderpand voor een lening van $5.000. Twee weken later komt de zakenman terug. Hij betaalt de lening van $5,000 af plus $15,41 aan rente. De bankmedewerker zegt: “wij danken u heel hartelijk voor uw klandizie, maar zijn wel een beetje verbaasd. We hebben een en ander nagetrokken en zijn er inmiddels achter dat u de eigenaar bent van een aantal grote bedrijven, dat u multi-miljonair bent en dat u toch nauwelijks een leninkje van $5.000 nodig heeft voor een tripje naar Nederland. Of wel soms?”
De zakenman grinnikt en zegt: “Natuurlijk niet, maar waar anders kan ik in Toronto voor $15,41 mijn auto twee weken parkeren en ook nog verwachten dat hij er heelhuids staat als ik terugkom!”
Er komt een Belg bij de bioscoop en vraagt aan de mevrouw 1 kaartje voor de film.
“Dat word dan 7,50″, zegt de mevrouw.
De Belg betaalt, neemt het kaartje aan en gaat naar de filmzaal.
Even later loopt de Belg terug naar de vrouw en vraagt nog een kaartje. De vrouw begrijpt het niet maar vraagt er niet naar. De man loopt weer naar de bioscoopzaal. Even later loopt de Belg weer terug naar de vrouw en vraagt weer een kaartje. Dit doet de man zo nog 6 keer.
“Waarom ga je niet naar de film meneer?” Vraagt de mevrouw.
“Bij de ingang van de bioscoopzaal scheurt iemand heel de tijd mijn kaartje kapot”, antwoordt de Belg treurig.
“Ik heb een nieuwe papa” vertelt Sofietje van vier aan haar klasgenootjes! Als het eenmaal zover is loopt Sofietje met haar klasgenootjes naar haar nieuwe papa toe. Kijk dit is hij vertelt ze trots en ze wijst haar papa aan. Waarop Jos antwoord: “O! DIE IS GAAF! DIE HEB IK OOK GEHAD!!”
Jantje en oma lopen door het bos. Dan ziet Jantje een euro liggen en hij raapt hem op. “Niets van de grond pakken Jantje, dat is vies!” zegt oma tegen Jantje en ze lopen verder. Dan ziet Jantje 2 euro liggen en hij raapt hem op. “Niets van de grond pakken Jantje, dat is vies!” zegt oma en ze lopen verder. Dan glijdt oma uit over een bananenschil en ze valt op haar kont. “Kun je me omhoog helpen Jantje?”, vraagt oma. “Ik mag niets van de grond pakken oma, dat is vies!” zegt Jantje.
Bij een kanoverhuurbedrijf huurt een man een kano en gaat ermee weg. Op de rivier slaat hij met kano en al om, maar hij komt niet meer boven. Omstanders besluiten de man toch maar te hulp te schieten omdat het zolang duurt. De politie is ook al gewaarschuwd en de man wordt uiteindelijk uit het water gehaald. De politie bekijkt de papieren van de man en ziet dat de man Belgisch is en dat er bovendien ook nog 3 zwemdiploma’s in z’n portemonnee zitten. Als de man bijkomt, vragen ze of hij zichzelf niet had kunnen redden. ‘Ik wist niet dat die diploma’s hier ook geldig waren!’
Een man komt in een kroeg een paar biertjes drinken. Dan pakt hij opeens zijn oog uit z’n kas en gooit deze via de vloer, het plafond tegen het raam en z’n oog komt weer terug in z’n hand. De man naast hem kijkt ervan op maar zegt er niks van. Vijf minuten later pakt die man weer zijn oog en gooit hem al ketsend door de kroeg weer tegen het raam en weer terug in z’n hand. Weer wordt er niks gezegd. Na de derde keer vraagt de man naast hem aan de bar: Waarom gooi je zo met je oog tegen het raam? Zegt de man: Ik kijk of m’n fiets nog buiten staat.
Een buschauffeur van een touringcar is onderweg met een bus vol oudere dames, als hij na een kwartier op zijn schouder wordt getikt, waarna hem door een van de dames een handje pinda’s wordt aangeboden. Na een bedankje peuzelt hij deze op.
Na weer een kwartier staat er een andere dame achter hem met een handje pinda’s. Dit gaat door tot hij acht keer een handje pinda’s in ontvangst heeft genomen, en opgepeuzeld.
Bij de negende dame vraagt hij: waarom eten jullie de pinda’s niet
zelf op?” Waarop de dame zegt dat dat niet kan in verband met hun tanden. Vraagt de buschauffeur: ” waarom kopen jullie ze dan.” Waarop de dame antwoordt: “we vinden de chocolade er omheen zo lekker.”